Onderstaand artikel is geschreven door dierenarts Eduard Deckers en eerder verschenen op zijn website.
Eduard heeft een unieke benadering in zijn behandelingen en specialiseert zich in systemisch werken met dieren.
De eigenaar staat wat ongelukkig bij mijn behandeltafel. De oorzaak voor deze toestand van de man is duidelijk want op de tafel staat een poes, heleboel poes. Wel meer dan 6 kilo poes, om wel te verstaan. ‘Ze weegt 120 kilo’ zeg ik tegen hem, om het overgewicht te kunnen plaatsen in verhouding naar de mens. ‘Ik denk dat ze getraumatiseerd is, want ze is erg op eten’ verklaart de man. ‘We hebben haar wel eens geprobeerd op dieet te zetten maar dat lukte niet’.
De man vertelt dat de poes dan haar dagelijkse portie in één keer naar binnen schrokt om vervolgens het eten gelijk uit te braken. Tussen de maaltijden door zeurt de poes dan om eten, en ja, dat kunnen poezen langer volhouden dan de baasjes.Maar dan zegt de man iets cruciaals. ‘Mijn vriendin wil haar niet teleurstellen, ze is een beetje haar kind’. De eigenaren verhouden zich hier tot het dier als ouders ten opzichte van hun kinderen. Deze rolverdeling hebben ze ook onbewust beladen met een waardeoordeel: je mag niet teleurstellen. In zo’n verstandhouding is het een hele klus om je kat op dieet te zetten.
Op het gebied van mens-dier interactie zijn nog niet zoveel onderzoeken gedaan, en als ze zijn gedaan hebben ze vooral te maken met het effect dat een dier heeft op de mens. Dat is vooral erg handig wanneer je dieren bijvoorbeeld als therapie wilt inzetten bij mensen met een geestelijke beperking.
Er is nog niet zoveel bekend als het gaat om het effect van de mens op het dier. Toevallig zijn mens-kat interacties rond het eten geven wel beschreven. En wat blijkt? Katten die van hun eigenaar een menselijke rol krijgen, vaak als vervanging van levenspartner (uit eenzaamheid) of als (voorlopige) vervanging van een kind, hebben een zeer ingewikkeld gedragspatroon rond het krijgen van eten. Ingewikkelder dan mensen die dit niet doen.
Katten met een menselijke rol onderhandelen ook veel meer over het eten dan katten die die rol niet krijgen. Deze eigenaren zijn ook meer bereid toe te geven aan de eisen van de kat, bang dat dit anders ten koste gaat van de relatie met de kat. En dit is precies wat ik bij de mensen in mijn spreekkamer zag. Overigens zijn deze katten ook banger dan katten die geen sociale rol hebben.
Met andere woorden: achter zo’n te dikke poes gaat een heel verhaal schuil. Simpelweg het advies geven de poes op dieet te zetten doet de situatie en de eigenaren geen recht. Als het tegen zit verlaten ze de praktijk met een schuldgevoel zonder te begrijpen hoe ze deze complexe patronen kunnen doorbreken. Dus heb ik ze verteld dat ik zie dat het inderdaad erg moeilijk voor hen is omdat het rotgevoel, dat op dieet zetten ze bezorgt, er gewoon is. Als ze iets willen veranderen zullen ze moeten beginnen met de poes op haar goede plek te zetten, die van poes, en haar te ontslaan uit de sociale functie die het dier heeft gekregen. Een stap die daar eigenlijk aan vooraf gaat is zelf het gemis van een kind of partner te gaan dragen, hoe verdrietig dat ook is. Het zal voor de poes een hele opluchting zijn, want de kat is er nu letterlijk vol van. Als de poes poes mag zijn wordt het makkelijker haar op dieet te zetten.