Thermoregulatie
Eerst wat theorie over warmte en het afvoeren ervan. Een lichaam produceert warmte, ook wanneer je niks doet. Die warmte komt van het metabolisme: naast CO2 en water ontstaat er ook warmte bij verbranding. Bij inspanning, wanneer het metabolisme omhoog moet om voldoende energie te leveren, komt er ook meer warmte vrij die afgevoerd moet worden. Hoe dikker het dier, hoe moeilijker het is om warmte af te voeren, net als bij mensen.
Je ziet dan ook bij duursporters, die lang een grote inspanning moeten leveren (denk aan marathonlopers en wielrenners) dat ze doorgaans geen gram vet teveel hebben en alleen maar lange dunne spieren, zodat ze gemakkelijk hun warmte kwijt kunnen.
Opwarmen gebeurt niet alleen door inspanning: ook door in de zon te staan warm je op. En je dier ook.
Verdamping
Een teveel aan warmte wordt gewoon afgegeven aan de omgeving: daar is de temperatuur doorgaans lager dan de lichaamstemperatuur, dus dat gaat eenvoudig. Verdamping is dan het belangrijkste mechanisme om te koelen: zweten zorgt voor verdamping en dat koelt de huid.
Maar wat nu als die buitentemperatuur heel hoog wordt? Dan wordt verdamping lastiger. Vooral als de luchtvochtigheid ook nog hoog is, want dan gaat verdamping ook moeilijker.
Ventileren of convectie
De volgende methode van koelen is dan convectie oftewel ventilatie. Je kent het zelf ook: een windje over je warme lijf voelt dan heerlijk aan. Of wanneer je een ventilator voor je gezicht plaatst, dan blaast ie lucht naar je toe en dat verkoelt. Ook al wordt die lucht zelf niet gekoeld. Dus dieren die lekker een windje over zich heen kunnen laten gaan, bijvoorbeeld op de wei, of een ventilator krijgen in hun stal, kunnen op die manier ook afkoelen.
Koelen of conductie
De 3e methode is conductie: je giet water over je dier, dat neemt de warmte op en op die manier spoel je de warmte er als het ware af. Belangrijk is het stromen van het water want het neemt de warmte snel op. Je ziet nog wel eens natte handdoeken die over een dier worden gelegd: dit kan alleen als die heel snel omgewisseld worden. Want wanneer je ze even laat liggen, warmen ze juist op en in plaats van koelen, houden ze de warmte vast.
Snel afkoelen met water kun je doen door je dier af te spuiten met een waterslang, honden vinden dat vaak een leuk spelletje. Maar niet ieder paard vind dat ok. Je kunt het ook doen met een spons die je steeds uitknijpt boven je dier. Het afsponsen of met een waterslang afspuiten van de binnenkant van de benen werkt ook snel: daar liggen de bloedvaten aan de oppervlakte, door daar te koelen, koel je de bloedstroom tamelijk snel.
Wanneer is er sprake van hittestress?
Hoe weet je nu of je dier te warm is geworden, met andere woorden, last heeft van hittestress?
Ze zijn dan sloom, de ademhaling en de hartslag zijn verhoogd, ze zijn niet meer alert en willen niet meer eten of drinken. In hele ernstige gevallen kunnen ze in coma geraken en dan is er heel snel een dierenarts nodig.
Voorzorgsmaatregelen
Dat wil je natuurlijk voorkomen, dus neem deze voorzorgsmaatregelen:
- Zorg dat je dier in de schaduw kan staan op een wei, of op stal met een ventilator.
- Houd je hond of kat binnen, waar het doorgaans koeler is. Een koele tegelvloer is ideaal, vaak kiezen ze daar zelf dan wel voor.
- Zorg voor voldoende fris drinkwater.
- Vermijd zware arbeid of ruige spelletjes.
- Je paard kun je afspuiten of afsponsen om af te koelen op het heetst van de dag.
- Train je paard ’s ochtends vroeg of ’s avonds laat wanneer de zon zijn kracht kwijt is.
- En let op tekenen van oververhitting.
Electrolyten
En dan nog wat over electrolyten. Moet je die geven aan je paard? Dat hangt ervan af. Paarden zweten hypertoon, dat wil zeggen dat hun zweet een overmaat aan electrolyten heeft. Met andere woorden: hun zweet is zouter dan hun bloed. Mensen bijvoorbeeld zweten isotoon. Met het zweet verliest een mens of dier vooral natrium, kalium en chloride. Bij lange en zware inspanning ook calcium en magnesium. Het voer van paarden bevat eigenlijk heel weinig natrium: in tegenstelling tot mensen hebben paarden sneller een tekort aan natrium. Daarom is een zoutblok belangrijk.
Wat ik zelf doe in de zomer: ik maak een mengsel van ¾ keukenzout (zonder jodium) en ¼ losalt (dieetzout met vrnl. kaliumchloride erin). Daarvan geef ik mijn paarden dagelijks een eetlepel in hun slobber. Om op die manier een evt. verlies door extra zweten op te vangen. Bij zware inspanning is meer nodig, maar dat voert hier te ver. Een kant-en-klare electrolyten mix is op deze manier overbodig.