Dit is het 3e deel van onze serie over hormonen. In dit deel komt de voortplanting aan bod.
Ook bij de voortplanting spelen hormonen een centrale rol bij zoogdieren, inclusief onze honden, katten en paarden. Deze chemische boodschappers sturen processen aan, zoals de ontwikkeling van geslachtsorganen, de cyclus van vruchtbaarheid, de voortplanting zelf en het onderhoud van de zwangerschap. Hoewel elk dier zijn eigen unieke voortplantingscyclus heeft, zijn er belangrijke hormonen die consistent optreden in het reguleren van deze functies. In het eerste deel van dit artikel bespreken we de belangrijkste voortplantingshormonen en hun werking bij honden, katten en paarden.
Aansturing van de geslachtshormonen
De geslachtshormonen worden voornamelijk geproduceerd in de geslachtsklieren (de eierstokken bij vrouwtjes en de teelballen bij mannetjes), maar de productie ervan wordt aangestuurd door hormonen die vanuit de hersenen worden vrijgegeven, vooral vanuit de hypofyse. Dit proces is nauw verbonden met de hypothalamus-hypofyse-gonaden-as (HHG-as), een belangrijk systeem dat de voortplanting reguleert. Het 2e deel van dit artikel gaat over die aansturing.
1. Hormonen bij de voortplanting
De geslachtshormonen die bij zoogdieren de centrale rol hebben, zijn oestrogeen, progesteron, luteïniserend hormoon (LH), oxytocine en prolactine. De rol van ieder hormoon vind je hieronder. De cyclus bij honden, katten en paarden is niet identiek: de afwijkingen beschrijven we ook hieronder.
Oestrogeen
Rol: Oestrogeen, geproduceerd door de follikels in de eierstokken, heeft de hoofdrol in de regulatie van de voortplantingscyclus (loopsheid bij teven, krolsheid bij poezen, hengstigheid bij merries). Het zorgt voor de groei en rijping van de eicellen en bereidt de baarmoeder voor op een mogelijke zwangerschap.
Cyclus: De voortplantingscyclus bestaat uit vier fasen: pro-oestrus, oestrus, metoestrus en anoestrus. Oestrogeen is het meest actief tijdens de pro-oestrus, wat leidt tot gedragsveranderingen zoals aantrekkelijker zijn voor mannelijke dieren.
Progesteron
Rol: Progesteron, dat voornamelijk door het corpus luteum (gele lichaam) in de eierstokken wordt geproduceerd, is belangrijk voor het handhaven van de zwangerschap. Het voorkomt verdere ovulatie tijdens de dracht en ondersteunt de baarmoederwand om de ontwikkeling van het embryo te bevorderen.
Cyclus: Tijdens de metoestrus (na de ovulatie of eisprong) stijgen de progesteronniveaus. Als het dier drachtig is, blijven deze niveaus hoog om de dracht te ondersteunen.
Luteïniserend Hormoon (LH)
Rol: LH, geproduceerd door de hypofyse, is essentieel voor het veroorzaken van de ovulatie, waarbij rijpe eicellen worden vrijgegeven uit de follikels.
Cyclus: Tijdens de oestrusfase stijgt het LH, wat de ovulatie triggert. Na de ovulatie helpt LH ook bij de vorming van het corpus luteum, dat progesteron produceert om de zwangerschap te ondersteunen.
Oxitocine
Rol: Oxytocine speelt een belangrijke rol in de geboorte en het bevorderen van de samentrekkingen van de baarmoeder tijdens de bevalling. Na de geboorte helpt het ook bij het afgeven van melk.
Prolactine
Rol: Prolactine is essentieel voor de melkproductie en speelt ook een ondersteunende rol bij de dracht door de progesteronniveaus op peil te houden in het late stadium van de zwangerschap.
Katten
Katten hebben een iets andere voortplantingscyclus dan honden: ze zijn induceerbare ovulatoren. Dit betekent dat de eisprong alleen plaatsvindt wanneer een kat paart, wat uniek is voor deze soort.
Paarden
De voortplanting van paarden heeft enkele duidelijke verschillen, vooral in de lengte van hun cyclus en de seizoen gebondenheid van hun vruchtbaarheid. Merries zijn ‘seizoensgebonden polyoestrische’ dieren, wat betekent dat ze alleen in specifieke tijden van het jaar (lente en zomer) meerdere cycli hebben.
Cyclus: Tijdens de lente en zomer stijgen de oestrogeenniveaus wanneer de merrie in haar vruchtbare periode is. Oestrogeen piekt vlak voor de eisprong, wanneer de merrie het meest ontvankelijk is voor de hengst.
Melatonine
Rol: Bij paarden speelt melatonine een unieke rol in de seizoensgebonden reproductie. De productie van melatonine neemt toe tijdens de donkere wintermaanden, wat de reproductieve activiteit remt. In het voorjaar, wanneer de dagen langer worden en de melatonineniveaus dalen, wordt de reproductieve cyclus van de merrie geactiveerd.
Cyclus: De daling van melatonine in de lente stimuleert de productie van LH en FSH (follikelstimulerend hormoon), wat de ovulatie en vruchtbaarheid bevordert.
1. De geslachtsklieren en de aansturing daarvan
Laten we de belangrijkste klieren en hormonen bespreken die betrokken zijn bij de voortplanting:
Eierstokken (Vrouwtjes)
Belangrijkste geslachtshormonen:
-
- Oestrogeen: Geproduceerd door de follikels in de eierstokken.
- Progesteron: Geproduceerd door het corpus luteum (gele lichaam), dat ontstaat na de eisprong.
Aansturende hormonen:
-
- Luteïniserend hormoon (LH): Wordt geproduceerd door de hypofyse en stimuleert de ovulatie. Na de ovulatie helpt LH bij de vorming van het corpus luteum, dat progesteron produceert.
- Follikelstimulerend hormoon (FSH): Dit hormoon, ook geproduceerd door de hypofyse, stimuleert de groei en rijping van de follikels in de eierstokken. Deze follikels produceren oestrogeen.
Hypothalamus-hormonen:
-
- Gonadotropin releasing hormone (GnRH): Dit hormoon wordt geproduceerd door de hypothalamus en stimuleert de hypofyse om LH en FSH vrij te geven. GnRH is dus de eerste schakel in de aansturing van de voortplantingscyclus.
Teelballen (Mannetjes)
Belangrijkste hormonen voor de voortplanting:
-
- Testosteron: Geproduceerd door de leydigcellen in de teelballen. Testosteron is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van mannelijke geslachtskenmerken en het bevorderen van de spermaproductie.
Aansturende hormonen:
-
- Luteïniserend hormoon (LH): Bij mannetjes stimuleert LH de leydigcellen in de teelballen om testosteron te produceren.
- Follikelstimulerend hormoon (FSH): FSH stimuleert de productie van sperma (spermatogenese) door de sertolicellen in de teelballen.
Hypothalamus-hormonen:
-
- Gonadotropin-releasing hormone (GnRH): Net als bij vrouwtjes, stimuleert GnRH de afgifte van LH en FSH vanuit de hypofyse, wat op zijn beurt de teelballen stimuleert om testosteron te produceren en sperma aan te maken.
Hypofyse
De hypofyse, een klein orgaan in de hersenen, is de centrale “dirigent” van het hormonale orkest dat de voortplanting reguleert. Het geeft de hormonen LH en FSH vrij, die de werking van de eierstokken en teelballen aansturen.
- Luteïniserend hormoon (LH): Bevordert de ovulatie en de productie van geslachtshormonen (progesteron bij vrouwtjes en testosteron bij mannetjes).
- Follikelstimulerend hormoon (FSH): Bevordert de rijping van follikels (bij vrouwtjes) en de spermaproductie (bij mannetjes).
De afgifte van LH en FSH wordt gereguleerd door het hormoon GnRH, dat vanuit de hypothalamus naar de hypofyse reist. De hypothalamus fungeert als het controlecentrum dat de hormoonproductie aanpast op basis van interne signalen, zoals daglengte of fysieke conditie.
Bijnieren
De bijnieren, hoewel ze niet direct betrokken zijn bij de voortplanting, produceren ook kleine hoeveelheden geslachtshormonen zoals androgenen (voorlopers van testosteron). Ze kunnen invloed hebben op secundaire geslachtskenmerken en de energiehuishouding van het lichaam tijdens de voortplanting.
- Belangrijkste hormonen:
- Androgenen: Deze hormonen spelen een ondersteunende rol en kunnen bijdragen aan de geslachtsontwikkeling.
- Cortisol: Dit stresshormoon, dat ook door de bijnieren wordt geproduceerd, kan indirect de voortplanting beïnvloeden. Hoge cortisolniveaus door stress kunnen de productie van GnRH, LH en FSH onderdrukken, wat leidt tot verminderde vruchtbaarheid.