De spijsvertering van paarden zit bijzonder in elkaar. Paarden zijn zo geëvolueerd ze perfect zijn toegerust op het zo lucratief mogelijk verteren van gras. Doordat de blindedarm als een fermentatievat werkt, is zelfs herkauwen niet nodig om de stugge celwanden van gras te verteren.
Paarden zijn zelfs zó goed toegerust op het verteren van ruwvoer, dat ze in serieuze problemen komen als er niet genoeg ruwvoer beschikbaar is. En daarom hebben we geprobeerd om een alles omvattend artikel over het belang van ruwvoer te schrijven.
Wat is ruwvoer?
De definitie is simpel: ruwvoer zijn voedermiddelen met een vezellengte van ca. 8 mm.
Ruwvoer zijn verschillende voeders zoals gras, hooi, kuilgras, luzerne en alfalfa die vallen onder de structurele koolhydraten. Als bovenstaande voeders zo klein worden gehakseld dat ze onder de 8 mm vallen, is het geen ruwvoer meer en wordt het tot de krachtvoeders gerekend. Dat is omdat zonder die lengte je paard veel minder wordt aangezet tot kauwen.
Koolhydraten hebben een slechte naam gekregen. Het gaat dan om de niet-structurele koolhydraten zoals suikers en zetmeel. Deze snelle koolhydraten vind je in krachtvoer en graan zoals gerst.
Spijsvertering van het paard
Als paarden de kans krijgen, eten ze bijna de hele dag door kleine beetjes van allerlei soorten kruiden en gras. Ze bewegen hapje-stapje door het terrein. Op deze manier besteden paarden in het wild zo’n 14 uur per dag.
Met flexibele en gevoelige lippen weten ze precies op te eten wat ze willen en te laten staan wat ze niet lekker vinden. Op zo’n dieet maakt een paard 55.000 kauwbewegingen per dag. Hierdoor slijten de kiezen voldoende en regelmatig af zodat er geen gebitsproblemen ontstaan.
Speeksel wordt alleen aangemaakt als je paard kauwt. Je paard slikt de voedselprop door en via de slokdarm komt het in de maag. In de maag wordt continue maagzuur aangemaakt en dat wordt afgebroken door het speeksel. Als er te lang geen speeksel binnenkomt, kan het maagzuur de maagwand irriteren en kunnen er maagzweren ontstaan.
Fermentatie
Na de maag gaat het voedsel door naar de dunne en de dikke darm. Hierna komt het in de blinde darm. Mensen kunnen prima leven zonder blinde darm, voor paarden is dit juist een heel belangrijk orgaan. De blinde darm en het laatste deel van de dikke darm bevatten namelijk een microbioom (een verzameling bacteriën, gisten, wormen en andere organismen) die de sterke celwand van het ruwvoer, gemaakt van cellulose, kunnen afbreken.
Bij het verteren van dit plantmateriaal komen vluchtige verzuren vrij die weer als voeding dienen voor het microbioom. De stofwisselingsproducten die de goede darmbacteriën uitscheiden, verzorgen en herstellen de darmwand.
Dit fermentatieproces zorgt daarnaast voor de aanmaak van vitamine C en B12. Paarden kunnen dus zelf deze vitamines aanmaken, maar toch kan het nodig zijn om dit bij te voeren. Het is een voorzichtig evenwicht; er kan nogal wat misgaan. Ook de absorptie in de darmen kan verre van optimaal zijn.
Voordelen van ruwvoer
Tot nu toe blijkt wel hoe belangrijk ruwvoer is voor een gezonde spijsvertering. Zonder genoeg ruwvoer zijn er niet voldoende kauwbewegingen, wat niet alleen slecht is voor het gebit, maar ook nog het ontstaan van maagproblemen bevordert. In de darm zal het microbioom niet goed kunnen functioneren, waardoor de weerstand verslechtert, de aanmaak van vitamines en vluchtige vetzuren verstoord wordt en koliek kan optreden. De darmwand heeft hier last van, waardoor voedingsstoffen minder goed worden opgenomen. Als de darmwand niet in goede conditie is, kunnen daar zelfs allergieën en huidklachten uit voortkomen.
Ruwvoer heeft nog een aantal andere voordelen:
- Kauwen heeft een sterk anti-stress effect. Je kunt hier je voordeel mee doen door bijvoorbeeld op transport en op wedstrijd ruim hooi aan te bieden. Ook nerveuze paarden zijn erg gebaat bij veel kauwmateriaal.
- Door eten en de spijsverteringsactiviteit kan een paard goed op temperatuur blijven. De meeste paarden kunnen, als ze de kans krijgen een goede wintervacht te ontwikkelen, prima jaarrond 24/7 buiten staan. Paarden krijgen het pas lastig bij lage temperaturen in combinatie met wind en regen of bij een slechte vacht. Als je paard genoeg ruwvoer tot zijn beschikking heeft en een goede schuilplaats heeft, is kou meestal geen factor van betekenis meer.
- Een paard in het wild is gemakkelijk 14 uur per dag kwijt aan het verzamelen van voldoende voedsel. Als dat allemaal in geconcentreerde vorm in een brok wordt aangeboden, is het binnen een paar minuten weggewerkt. Wat moet een paard dan met al die tijd? Verveling ligt bij veel paarden op de loer en een goed voerbeleid kan dit voorkomen.
Onbeperkt ruwvoer?
Ruwvoer zou de pilaar van het voerbeleid voor je paard moeten zijn. De rest is aanvullend. Zou ieder paard dan onbeperkt ruwvoer moeten krijgen? Dat niet per se, maar er zijn wel duidelijke richtlijnen:
Een absoluut minimum is 1 kg ruwvoer (in droge stof!) per 100 kg lichaamsgewicht. Meer optimaal is uitgaan van 1,5 kg tot 2 kg ruwvoer per 100 kg gewicht. Het drogestofgehalte (DS) is wat je overhoudt van een bepaald product als al het water eruit is. Dit is handig om voedingsmiddelen te vergelijken. Van hooi is het DS gemiddeld 85%. Voor een paard van 600 kg komt dit neer op zo’n 9 kg hooi per dag. Een plak hooi verschil in gewicht, maar gemiddeld zijn dat zo’n 6 plakken.
Een andere handige richtlijn is ervan uitgaan dat ten minste 70% van de totale energieopname uit een goede kwaliteit ruwvoer moet bestaan.
Helaas komen veel paarden bij lange na niet aan deze hoeveelheden en blijft het bij 2-3 keer per dag een plakje hooi. Minder ruwvoer geven dan de aanbevolen richtlijnen, verhoogt de kans op maagzweren en koliek.
Grasbuiken en dikke paarden
Sommige paarden lijken wel dik te worden van de lucht. Nog een andere groep krijgt een ‘grasbuik’. Alleen een grasbuik is niet schadelijk, te dik natuurlijk wel. Een grasbuik zou, wedstrijdpaard of niet, geen reden mogen zijn om te weinig ruwvoer te geven.
Het je een paard dat van ruim ruwvoer te dik wordt, dan sta je voor een dilemma. Een paar tips:
- Zorg voor meer beweging. Dit kan natuurlijk door meer te trainen. Maar ook op het land en de paddock liggen mogelijkheden: zorg voor een speelmaatje en verdeel het hooi op verschillende plaatsen.
- Geef gedeeltelijk grof, langstengelig hooi met een lage voedingswaarde. Hierdoor heeft je paard wel de voordelen van voldoende vezels, maar niet van te veel calorieën. Om tekorten op het gebied van vitaminen en mineralen te voorkomen, kun je een multivitamine geven.
- Staat je paard bij een boer op land en wordt hij te dik van het gras? Je kunt een graasmasker omdoen of met strookbegrazing werken. Geef dan wel weer extra hooi (minder voedingswaarde dan gras) om aan voldoende vezels te komen.
Heeft een paard krachtvoer nodig?
Dit verschilt per paard. Paarden die hoog in de sport zijn en intensief worden getraind, hebben vaak wel behoefte aan krachtvoer. De meeste mensen overschatten echter de energie die hun recreatiepaard verbruikt met een paar keer rijden in de week. Die paarden, en zeker de sobere rassen, halen genoeg energie uit hooi. Ook de macronutriënten (koolhydraten, eiwitten en vetten) en de meeste vitamines en mineralen zijn meestal voldoende aanwezig. Een ruwvoeranalyse kan meer duidelijkheid hierover geven. Verder kun je tekorten voor komen met een multivitamine. Senioren of paarden met bepaalde klachten kunnen behoefte hebben aan extra vet, eiwit of bepaalde vitaminen en mineralen.
Wil je weten hoe je jouw paard het beste kunt voeren? Neem contact met ons op! We helpen je graag!
Deze informatie is uitsluitend bedoeld voor educatieve doeleinden en vervangt niet het advies van een dierenarts.
Door de strenge Europese Claimsverordening mogen wij maar zeer beperkt informatie geven over de werking van producten.
Heb je vragen over onze producten of de toepassing ervan? Neem dan contact met ons op. Ons team van natuurgeneeskundig therapeuten en holistisch dierenarts adviseert je graag.