Dokter, ik heb oorpijn
2000 v.Chr. – “Hier, eet deze wortel.”
1000 n.Chr. – “Die wortel is heidens, zeg dit gebed.”
1850 n.Chr. – “Dat gebed is bijgeloof, drink dit drankje.”
1940 n.Chr. – “Dat drankje is slangenolie, neem deze pil.”
1985 n.Chr. – “Die pil is ineffectief, neem dit antibioticum.”
2000 n.Chr. – “Dat antibioticum is kunstmatig, hier neem deze wortel!”
Auteur niet bekend
Gebruik van kruiden
De eerste aanwijzingen voor het medicinaal gebruik van planten gaan 60.000 jaar terug. Dat wordt geconcludeerd uit het feit dat er uit die tijd resten van planten in grafzerken zijn gevonden.
Er zijn 2 mogelijke manieren waarop het verdere verloop hiervan heeft plaatsgevonden. De eerste mogelijkheid is dat mensen hebben d.m.v. van ‘trial en error’ verschillende planten leren kennen. Door het overdragen van deze kennis zijn er uiteindelijk bepaalde systemen (zoals Traditionele Chinese Geneeskunst en Ayurveda) ontstaan.
Ayurveda
Meerdere geschriften bieden aanwijzingen dat Ayurveda het vroegste medische systeem is geweest. Naar onze beste kennis is de Rig Veda het oudste document. Het is geschreven tussen 4500 en 1600 v.Chr. en beschrijft het gebruik van medicinale planten bij mens en dier.
Ayurveda komt uit India en gaat uit van balancerende krachten: het mannelijke (Purusha) en het vrouwelijke (Prakruti). Daarnaast heeft ieder organisme 5 elementen (ether, lucht, vuur, water en aarde) en 3 dosha’s (levensenergieën): Vata, Pitta en Kapha.
Ook wordt er uitgegaan van een sterke relatie tussen lichaam en geest. Ziekte kan op het mentale vlak ontstaan, maar daarna lichamelijke klachten veroorzaken. Ook een disbalans in de energieën of in de eerder genoemde elementen kan ziekte veroorzaken. Ieder organisme heeft deze energieën, zo kunnen kruiden ook Vata, Pitta of Kapha zijn en daarmee helpen bij bepaalde klachten en lichamelijke gesteldheden.
Vooral dit laatste heeft grote overeenkomst met een ander oud gezondheidssysteem: de Chinese Traditionele Geneeskunst. Ook hier wordt er bijvoorbeeld gekeken naar bepaalde verwarmende of juist verkoelende elementen.
Signatuurleer
De tweede mogelijkheid is dat de genezers de werking van de plant direct wisten af te lezen. In verschillende culturen is de genezer een spiritueel persoon die op de een of andere manier met de omgeving weet te communiceren. Ons Westerse brein kent dit als de signatuurleer.
De signatuurleer is het bestuderen van kenmerken van de plant om daaruit af te leiden waar die plant goed voor is. De signatuurleer gaat ervan uit dat hoe een plant eruit ziet geen toeval is, maar een duidelijke aanwijzing. Het interessante is dat we met onze huidige kennis een aantal van deze stellingen kunnen onderbouwen.
Voorbeelden van de signatuurleer zijn bijvoorbeeld:
- Walnoten
De gepelde noot lijkt op het brein. De noten bevatten veel omega 3-vetzuren die nodig zijn voor een gezonde hersenfunctie en goede concentratie. - Longkruid
De eivorm van het blad lijkt op de vorm van de longen en de vlekken op de bladeren kunnen worden gezien als longblaasjes of juist aandoeningen aan de longen. De kleur van de bloemen (van blauw naar rood verkleurend) wordt ook wel gezien als het aan- en afvoeren van zuurstofarm en zuurstofrijk bloed. Longkruid wordt succesvol gebruikt bij verschillende longklachten. - Duizendblad
De vele vertakkingen in het blad van duizendblad laten een grote overeenkomst zien met bloedvaten. Het kruid wordt gebruikt voor zijn samentrekkende eigenschappen en voor een gezonde bloedsomloop.
Uiteraard zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen van kruiden waarbij dit klopt, maar waarschijnlijk nog veel meer waarbij er niks van klopt. De signatuurleer moet dus niet zonder meer gevolgd worden. Het biedt een interessant inkijkje in de historie van de overdracht van kennis over kruiden. Immers, vroeger kon niet iedereen lezen of schrijven. Door de kenmerken te gebruiken, werd het eigenlijk als een geheugensteuntje om kennis over te dragen gebruikt.
Zelfmedicatie bij dieren
Ook dieren gebruiken al tijden planten om zelf ziekten op afstand te houden of te behandelen.
Er zijn talloze observaties gedaan bij allerlei diersoorten. De laatste tijd staat dit meer in de belangstelling en wordt dit bewust onderzocht. We kunnen hier veel van leren: niet alleen over diergedrag en het doorgeven van kennis, maar ook over de planten.
Grofweg zijn er 3 manieren waarop dieren zelfmedicatie kunnen toepassen:
- Aanpassen van voeding/gedragsvoorkeuren
Voorbeelden zijn het actief zoeken naar planten met veel bitterstoffen of taninnen om maag/darmparasieten op afstand te houden. Dit is geobserveerd bij o.a. muizen en herten. - Aanpassen als reactie op ziekte
Zo zoeken ratten klei om misselijkheid te verlichten. - Eigen feedback door ervaringen
Kippen leren snel dat voer met pijnstillende medicatie, ondanks een vieze smaak, in sommige gevallen toch beter opgegeten kan worden.
Niet alle vormen van zelfmedicatie passen precies in deze hokjes. Zo worden vooral planten met een hoog gehalte aan etherische oliën uitwendig toegepast. Vogels maken deze planten onderdeel van het nest om mijten en andere parasieten buiten te houden. Van sommige apensoorten is bekend dat ze de harige plantendelen eten om op een mechanische manier wormen af te voeren.
Planten worden medicijnen
In 1995 is er een onderzoek gepubliceerd waaruit bleek dat maar liefst 30% van de moderne medicatie als oorsprong botanische bronnen heeft.
Een bekend voorbeeld van zo’n medicijn is aspirine. De werkzame stof is acetylsalicylzuur, wat afkomstig is van salicylzuur. Deze stof komt voor in onder andere Salix alba (wilg). En inderdaad is het gebruik van Salix vanwege de pijnstillende effecten al erg oud. Dieren zie je ook vaak aan zelfmedicatie doen met wilgenbast. Veel paarden zijn bijvoorbeeld gek op wilgentakken.
De reden dat geïsoleerde inhoudsstoffen zo’n succes werden als medicijnen heeft o.a. te maken met betrouwbaarheid en gebruiksgemak. Om echt nut te hebben van salicylzuur uit wilgenbasten, moet je namelijk flink wat grammen wegwerken, zoveel zelfs dat het maagklachten kan geven. Een natuurproduct kan ook nog weleens wisselen in inhoudsstoffen. Dit heeft te maken met hoe de plant gegroeid is en hoe de oogst verwerkt wordt.
Moderne tijd
Momenteel bewegen we echter weer terug naar het gebruik van het volledige kruid en het liefst nog in combinatie met andere kruiden. Dit heeft meerdere voordelen:
- Er is door onderzoek en historisch gebruik vaak meer bekend over het toepassen van het hele kruid of extract.
- De verschillende inhoudsstoffen in kruiden hebben complexe effecten die ook een positief effect hebben d.m.v. van synergisme (het effect van de stoffen samen is groter dan het effect van de stoffen afzonderlijk).
- Sommige inhoudsstoffen zijn mogelijk niet stabiel wanneer ze geïsoleerd worden.
- De meeste werkzame inhoudsstoffen zijn nog niet goed genoeg in kaart gebracht. In deze gevallen heeft het hele kruid dus een beter effect.
Samengestelde producten zijn vaak goed te gebruiken als zelfzorg omdat ze de juiste combinatie hebben tussen het verlichten van de symptomen en het aanpakken van de oorzaak. Omdat een samengesteld middel in balans is, zijn er vaak minder bijwerkingen en contra-indicaties.
Ondanks dat kruidengeneeskunde al erg oud is, staat het nog steeds volop in ontwikkeling. Zo wordt er steeds meer bekend over interacties met andere kruiden en medicatie en hoe werkingsmechanismen precies werken. Er worden veel onderzoeken gedaan en fantastische boeken geschreven die voor iedereen toegankelijk zijn. Gecombineerd met de reguliere medische kennis leven we toch maar in een rijke tijd!
Deze informatie is uitsluitend bedoeld voor educatieve doeleinden en vervangt niet het advies van een dierenarts.
Door de strenge Europese Claimsverordening mogen wij maar zeer beperkt informatie geven over de werking van producten.
Heb je vragen over onze producten of de toepassing ervan? Neem dan contact met ons op. Ons team van natuurgeneeskundig therapeuten en holistisch dierenarts adviseert je graag.