In mijn vorige blog heb ik gekeken naar de mythen rondom droog- en natvoer en hoe belangrijk hydratatie is voor je kat. In deze blog wil ik verder ingaan op andere belangrijke aspecten van kattenvoeding, zoals ingrediënten, gebitsgezondheid en eetgedrag.
Mythe 1: “De ingrediënten in brokken zijn net zo gezond als in natvoer”
De foto’s en ingrediëntenlijsten op de voorkant van een zak brokken lijken misschien indrukwekkend, maar kijk goed naar wat er daadwerkelijk in het voer zit. Brokken zijn namelijk verre van gezond voor je kat. Vaak bevatten ze minder hoogwaardige eiwitten en meer vleesmeel of dierlijke bijproducten. Dit zijn niet alleen de mindere stukken vlees die overblijven uit onze menselijke vleesproductie, maar ook huid, bloed, uiers, hoeven, organen, haren, horens, enzovoorts. Onze katten zijn dus eigenlijk de afvalverwerkers van onze vleesindustrie. Dit betekent dat je kat een dieet krijgt van lagere kwaliteit, wat op termijn schadelijk kan zijn voor haar gezondheid. Bovendien moeten brokken op hoge temperaturen verwerkt worden, wat chemische bijproducten kan creëren, zoals acrylamiden, die niet gezond zijn voor je kat. Daarnaast worden er allerlei geur- en smaakstoffen aan de brokjes toegevoegd om deze smakelijk te maken en ervoor te zorgen dat ze langer houdbaar blijven. Ook deze stoffen zijn vaak schadelijk voor de gezondheid van je kat.
Mythe 2: “Graanvrije brokjes zijn gezonder”
Hoewel graanvrije brokken steeds populairder worden, bevatten deze vaak nog steeds veel koolhydraten en zetmeel om alles aan elkaar te plakken. En ja, dat betekent ook suikers – die vaak nergens op de verpakking vermeld staan. Of een brokje nu granen bevat of niet, het blijft vaak een koolhydraatrijk product dat niet past bij het natuurlijke dieet van een kat. In veel gevallen zitten er zelfs nog meer koolhydraten in graanvrije brokken dan in brokken met granen. Het percentage koolhydraten in kattenvoer varieert gemiddeld tussen de 20-40%. Dit is veel hoger dan de minimale hoeveelheid koolhydraten die een kat binnenkrijgt uit de maaginhoud van haar prooien. Dit kan op de lange termijn bijdragen aan spijsverteringsproblemen zoals braken en dunne ontlasting, obesitas, diabetes en zelfs kanker.
En over obesitas gesproken: uit onderzoek van de World Pet Obesity Association blijkt dat naar schatting 63% van de huiskatten in de VS, Canada en Europa te zwaar is of obesitas heeft. Dat zijn schokkende resultaten. Uit dit onderzoek blijkt ook dat vermindering van het aantal calorieën door kleinere porties en meer beweging de meest effectieve manier zijn om je kat te laten afvallen.