Over de rui bij konijnen bestaan veel verschillen van inzicht en veel onduidelijkheden. Sommige konijnenhouders zeggen, dat ze bij hun volwassen konijnen zelden of nooit een ruiperiode hebben waargenomen, sommigen spreken van een ruiperiode twee keer per jaar en anderen menen zelfs vier keer per jaar een rui waar te nemen.
Waaraan liggen deze verschillen?
Deze verschillen zijn gedeeltelijk heel goed te verklaren. Zijn het binnen- of buitenkonijnen? Langharig of juist kort? En als de konijnen kortharig zijn, bestaat hun vacht dan uit van die stugge, borstelachtige haartjes of zachte, fijne donsachtige haartjes? Zijn het jonge konijntjes, die nog van hun babyhaartjes af moeten of zijn het senioren? Al deze factoren bepalen niet alleen frequentie en intensiteit van de rui, maar ook hoe makkelijk die rui waargenomen wordt door mensen.
Twee grote ruiperiodes
Maar dit gezegd hebbend kunnen we stellen, dat konijnen twee keer per jaar, namelijk in het voorjaar en in de herfst een grote ruiperiode doormaken en daarnaast nog één of twee keer per jaar een kortere, minder hevige periode van meer dan normaal haarverlies.
Periode van verhoogde kwetsbaarheid
Bij rui zijn niet alleen de fysieke factoren belangrijk, maar ook emotionele en spirituele factoren. “In de rui zijn” betekent een periode van verhoogde kwetsbaarheid voor het konijn, want er moet een periode worden overbrugd waarin konijnen gevoeliger zijn voor temperatuurwisselingen en ongedierte en waarin veel energie gegeven moet worden aan het laten groeien van de nieuwe haren.
Konijnen kunnen zich in deze periode onzekerder voelen, de verhouding met soortgenoten en de mens kan wat anders zijn dan anders (meer irritaties of juist meer afhankelijk, steunzoekend gedrag) en ze zijn vatbaarder voor stressgerelateerde ongemakken, zoals darmproblemen. Dit betekent niet, dat een ruiend konijn gezien moet worden als patiënt (uiteindelijk gaat het om een natuurlijk proces) maar wel, dat de mens extra alert moet zijn en klaar moet staan voor het nemen van ondersteunende maatregelen.
Uitstekende pluizen
Bij een grote rui verliezen konijnen in hoog tempo echt grote hoeveelheden haar. Meestal begint de rui bovenaan, dus bij de kop en schouders en zakt geleidelijk af, via de rug en flanken naar het kontje en de dijbenen. Konijnen kunnen er in die periode heel lelijk uitzien, met grote eilanden waarop alleen maar nieuwe kleine haartjes groeien afgewisseld met grote plekken oude, loszittende vacht die aan alle kanten uitpluist. Dit is een volkomen normaal verschijnsel en niets om je zorgen over te maken.
Kale plekken horen niet bij de rui
Iets anders is het, als konijnen opeens kale plekken krijgen in hun vacht, al dan niet met witte schilfers of jeuk. Dat is géén kenmerk van rui, maar lijkt eerder te wijzen in de richting van een huidaandoening of mijt. Hiervoor is het altijd zinvol om contact op te nemen met een konijnkundige dierenarts. Deze aandoeningen kunnen altijd optreden, dus ook samengaan met de ruiperiode. Dat alleen al maakt, dat het belangrijk is om je konijnen extra te observeren tijdens de rui, om te kijken of alles op een natuurlijke, gezonde manier verloopt.
Grote ruiperiode duurt ongeveer zes weken
Normaal gesproken duurt een grote ruiperiode ongeveer een week of zes, maar soms kunnen konijnen er extra vlot doorheen gaan of er juist langer in blijven hangen. Dat is op zich geen reden tot ongerustheid, maar als een konijn vrijwel voortdurend in de rui lijkt te zijn is het niet ondenkbaar dat er sprake is van een tekort aan bepaalde voedingsstoffen. Een advies van een voedingsdeskundige of diertherapeut kan dan heel waardevol zijn.
Borstelen
Ruiende konijnen kunnen geholpen worden om hun oude haren kwijt te raken door:
- ze te borstelen
- ze met een vochtige (was)hand te aaien
- ze met draaiende bewegingen te kroelen
- met een microvezeldoekje door hun vacht te gaan
Bij borstelen is het belangrijk gebruik te maken van een borstel van natuurlijk materiaal of van een meeverende universeelborstel zonder beschermdopjes.
Niet plukken of elektrisch ontharen
Laat elektrische ontharingsapparaten liever links liggen – hoewel de meningen hierover verdeeld zijn lijkt de kans op het afsnijden van gezonde haren en het veroorzaken van wondjes op de gevoelige konijnenhuid groot te zijn. Ook het plukken van een konijn is af te raden, omdat de kans op het ‘meeplukken’ van nog vastzittende haren groot is en daardoor ook de kans op wondjes of beschadiging van de haarknopjes.
Trimmen
In alle gevallen is het zinvol, met enige regelmaat en beroep te doen op een professioneel konijnentrimmer of om zelf een trimcursus te volgen.
Verstopping door haren
Een van de grote gevaren van de rui is, dat konijnen (die zichzelf en hun partner nu eenmaal altijd likken) zoveel haren binnen krijgen dat dat tot een verstopping leidt. Konijnen hebben eigenlijk altijd haren in hun maag en weten daar normaal gesproken wel mee om te gaan. Maar als er echt grote klonten haar in de maag zitten kan dat de oorzaak zijn van een levensbedreigende verstopping.
Kettingkeutels, kleinere keutels of minder keutels
De eerste tekenen daarvan kunnen zijn dat een konijn ‘kettingkeutels’ produceert, dat wil zeggen keutels die met strengetjes haar aan elkaar vast zitten. Ook bij kleiner wordende keutels moeten de alarmbellen gaan rinkelen en helemaal, als er dan ook nog minder keutels geproduceerd worden.
Verstopping voorkómen
Verstopping kan vaak voorkómen worden door veel grof hooi te voeren en extra te laten drinken Soms vinden konijnen kruidenthee lekkerder dan gewoon water en drinken daar dan ook enthousiaster van. Lindebloesemthee of thee met een drupje berkenelixer er in wordt door veel konijnen heerlijk gevonden en is tamelijk neutraal wat werking betreft.
Celzouten en Bachbloesem
Celzouten helpen om tekorten te voorkomen of aan te vullen en om de darmwerking te stimuleren. Op maat gemaakte Bachbloesems helpen een konijn om zich zekerder te voelen van zichzelf, grond onder de pootjes te houden en om te gaan met de veranderingen in zijn leven.
Ananas en papaya
Sommige enzymen, zoals die voorkomen in bijvoorbeeld ananasstelen of onrijpe papayavruchten, helpen om eiwitten af te breken. Ze helpen op zich genomen niet tegen een haarbal, maar breken de voedselresten af die zo’n haarbal samenhoudt. Hierdoor wordt de prop kleiner en kan dan vaak stukje bij beetje het maagdarmkanaal passeren.
Darm Compositum en Trias Omega
Om de darmwerking in deze periode een milde boost te geven kunnen kruidenpreparaten worden ingezet. Twee keer daags 5 druppels Digestivo Complex kunnen, zeker bij oudere konijnen, net dat tikje extra geven zodat de rui normaal verloopt.
Producten met lijnzaadolie zoals Vega Omega kunnen ook helpen om de darmen hun werk goed te laten doen, maar zijn tegelijk belangrijk voor het krijgen of behouden van een mooie, volle, glanzende vacht. Dat is ook de reden, dat in veel goede merken konijnenvoer al wat lijnzaadolie zit. Als je tijdens de rui wat extra lijnzaad wilt geven kan dat in de vorm van een paar druppeltjes Trias Omega olie.
Spaarzaam met preparaten
Wees spaarzaam met het gebruik van deze preparaten, want sommige konijnen reageren op een te veel aan lijnzaadolie met flinke diarree. Begin, afhankelijk van de grootte van het konijn, met 2 tot 4 druppeltjes olie. Hoe goed ook, het blijven supplementen terwijl de basis voor de gezondheid van een konijn ligt in dagelijkse voeding van goede kwaliteit, veel beweging en veel liefde.
Auteur: Chaja Beck-De Jong
Pennywise Animal Consulting
Deze informatie is uitsluitend bedoeld voor educatieve doeleinden en vervangt niet het advies van een dierenarts.
Door de strenge Europese Claimsverordening mogen wij maar zeer beperkt informatie geven over de werking van producten.
Heb je vragen over onze producten of de toepassing ervan? Neem dan contact met ons op. Ons team van natuurgeneeskundig therapeuten en holistisch dierenarts adviseert je graag.