Metabool syndroom bij paarden (Equine Metabool Syndroom of EMS) is een veelvoorkomende aandoening die niet voor niets in de belangstelling staat. In dit artikel gaan we kijken wat deze aandoening precies inhoudt en wat je er vanuit een natuurgeneeskundige visie aan kunt doen.
Omdat de verschijnselen van EMS overeenkomsten hebben met die van een aantal andere aandoeningen zoals PPID en KPU, gaan we in op zowel de overeenkomsten als de verschillen.
Wat is metabool syndroom bij paarden?
Een syndroom is eigenlijk een ziektebeeld: een verzameling verschijnselen die vaak samen voorkomen. Bij EMS zijn de meest voorkomende verschijnselen:
- Verminderde gevoeligheid voor insuline
- Overgewicht (vaak met vetophopingen op specifieke plekken: nek, schouder, staartaanzet)
- Gevoeligheid voor hoefbevangenheid (sluimerend, zoals gevoelig lopen, of terugkerend)
Paarden met EMS hebben een verstoorde stofwisseling als gevolg van overgewicht.
Door dit overgewicht presteren deze paarden vaak minder goed, kunnen ze problemen krijgen met het afgeven van hun warmte, hebben ze moeite met het regelen van hun lichaamstemperatuur, waardoor ze makkelijk oververhit raken en worden ze minder vruchtbaar.
Natuurlijke voeding en de cyclus van de seizoenen
Paarden zijn planteneters. In een natuurlijke situatie is er in de zomermaanden een overvloed aan voedsel waarbij ze een flinke vetreserve aanleggen die in de schrale wintermaanden wordt aangesproken.
De overvloed in de zomer is in veel situaties nog steeds aanwezig: denk maar aan het rijke weidegras. Het probleem is dat er tegenover die periode van overvloed geen schrale periode meer staat.
Sowieso is het voor veel paarden beter om te zorgen dat ze jaarrond niet te dik worden. Dat kan bereikt worden door kritisch naar het rantsoen van je paard te kijken. Inclusief gras, krachtvoer, lekkernijen en ruwvoer.
In verband met de insulineresistentie is het kritisch bekijken en aanpakken van de voeding essentieel. Voor het terugbrengen van snelle suikers is belangrijk.
Moderne reiniging
In de natuurlijke situatie zoals ik die hierboven beschreef, zorgt het einde van winter/begin van de lente ook voor een reinigingsperiode. Niet alleen door een periode van schaarste (wat ervoor zorgt dat het lichaam kan opschonen), maar ook door de planten die als eerste hun kop weer opsteken. Kleefkruid, paardenbloem, berkenscheutjes en brandnetels gaan weer groeien. Ook heermoes en duizendblad komen weer op. Deze vroege voorjaarsgroeiers zijn vaak rijk aan allerlei mineralen en zorgen voor een diuretisch effect en voor het geleidelijk aansterken van het lichaam. Door deze kruiden wordt het lichaam gestimuleerd om de afvalstoffen uit te scheiden die zich gedurende de winterperiode hebben opgestapeld.