Giardia & gedrag
Het is bekend dat zo’n 60% van de weerstand wordt bepaald in de darmen, maar over de invloed van darmgezondheid op gedrag en gemoedstoestand worden nog voortdurend nieuwe ontdekkingen gedaan.
De darmen worden ook wel de tweede hersenen genoemd. Zo vindt een groot deel van de serotonineaanmaak (een belangrijk gelukshormoon) in de darmen plaats. Nu we dat weten, is het ook goed voor te stellen dat niet-gezonde darmen impact hebben op het gedrag van onze honden.
Daar komt bij dat pijn of ongemak in de buik natuurlijk ook kan zorgen dat een hond anders reageert dan “normaal” of gewenst is.
Michelle Vrolijk is expert op het gebied van de invloed van pijn op het gedrag van honden. Samen met Daniëlle Dessauvagie heeft zij een uitgebreid e-book over giardia geschreven, waar De Groene Os ook aan bij heeft gedragen.
In dit boek wordt giardia als niet-meehelpende factor genoemd in gedrag dat mensen als storend ervaren. Het blijkt dat met name klachten als hyperactief gedrag, onbereikbaar zijn, concentratieproblemen, happen en overprikkeld zijn een relatie kunnen hebben met giardia, ook zonder andere fysieke klachten zoals diarree.
Wel of niet behandelen?
Zowel hondenmensen als dierenartsen zien giardia vaak als een gevaarlijke darmparasiet (en veroorzaker van veelvoorkomende klachten van diarree) die koste wat kost bestreden moet worden.
De waarheid is iets genuanceerder:
Giardia is een alomtegenwoordige darmparasiet: veel honden dragen het bij zich, zonder klachten. Bij dieren met een gezond, functionerend immuunsysteem wordt deze parasiet vanzelf opgeruimd. De laatste jaren lijkt er, door bijvoorbeeld commerciële sneltesten, zelfs overdiagnosticering plaats te vinden en ook als zodanig (en meestal dus onnodig), behandeld te worden. Tegelijkertijd blijven er vaak na behandeling nog klachten bestaan. Daarnaast zijn er verschillende soorten testen om de aanwezigheid van deze darmparasiet vast te stellen. Sommige daarvan geven een vals positieve, of vals negatieve uitslag.
De bekende reguliere middelen bij een giardia-infectie zijn fenbendazole (merknaam Panacur) of metronidazole. Beide zijn krachtige medicijnen, die zeker ook bijwerkingen kunnen hebben. Zomaar behandelen is dus zeker niet aan te raden.
Bij jonge dieren met diarreeklachten waarbij veel cysten van de giardiaparasiet worden aangetoond en andere oorzaken zijn uitgesloten, kan een gerichte behandeling de beste keus zijn.
Samenvattend is het belangrijk dus geen paniekvoetbal te gaan spelen bij een positieve giardiatest, en een goede afweging te maken of en hoe te behandelen.
Gevolgen van giardia op lange termijn voor mens en dier
Een ander argument dat vaak gebruikt wordt om snel tot behandeling over te gaan is het feit dat giardia een zoönose is: een infectie die van dier op mens (en andersom) kan worden overgedragen. Toch is dit risico bij goede hygiëne maatregelen zeer klein. Giardia is een zoönose, maar de verschillende soorten hebben wel een voorkeur voor specifieke diersoorten en besmetting is zeldzaam.
Goede hygiënemaatregelen zijn wel belangrijk bij een giardia-infectie bij je dier, om de besmettingsdruk te doen afnemen. Je kunt deze maatregelen nog eens nalezen in het eerder genoemde blog of het e-book.
Bij De Groene Os merken we nog wel eens paniek bij een giardiadiagnose. Dat zit gedeeltelijk in het feit dat je dier ziek is en je daar wat aan wilt doen, maar ook bij het strenge schoonmaakregime. Hygiëne, schoonmaken en het wassen van hondenkleedjes en dergelijke zijn erg belangrijk, maar vergeet niet dat giardia vrijwel overal voorkomt: de weerstand van een dier weer goed krijgen is dus minstens zo belangrijk.
Wat wij ook merken is dat na het doormaken van een giardia-infectie (al dan niet behandeld met reguliere medicatie) er chronische klachten kunnen blijven bestaan. Honden kunnen dan op latere leeftijd erg gevoelig worden op de darmen en bijvoorbeeld te maken krijgen met IBD (Inflammatory Bowel Disease) en/of voedselintoleranties. Om hier echt harde conclusies aan te kunnen verbinden is nog meer onderzoek voor nodig.
Bij een Noors onderzoek uit 2018 bij mensen blijkt echter wel dat patiënten jaren klachten kunnen blijven houden. Na een grote uitbraak van giardia bij mensen in een dorp in Noorwegen bleef een groot deel van de patiënten jarenlang klachten houden, zoals het prikkelbare darmsyndroom (tot > 40%) en vermoeidheid (26%) (Litleskare et al., 2018).
Het is mijn overtuiging dat we na een giardia-infectie en/of na behandeling met reguliere medicatie de darmgezondheid en algehele immuniteit zouden moeten ondersteunen om het werkelijke herstel te bevorderen.