(Te) dunne ontlasting is een van de meest voorkomende darmaandoeningen bij honden en katten. Maar wat is te dunne ontlasting? Er is dan sprake van een verandering in de ontlasting, zowel qua structuur, als qua vorm en frequentie.
Dat kan drie oorzaken hebben: het kan te wijten zijn aan een verhoogde beweeglijkheid van het maagdarmkanaal, een verminderd water opnemend vermogen van de darm of een verhoogde afgifte van vocht en elektrolyten in de darm.
Elektrolyten zijn lichaamszouten die essentieel zijn voor het goed functioneren van het lichaam. Ze zijn onder andere betrokken bij het regelen van de bloeddruk, vochtbalans en zuurtegraad in het lichaam, maar ook bij het goed functioneren van de zenuwen en het samentrekken van de spieren zoals de hartspier.
Waarom een stappenplan voor dunne ontlasting?
Omdat we hier veel vragen over krijgen. Het is zelfs een van de meest voorkomende hulpvragen bij honden, katten en paarden. Daarnaast bestaan er nog steeds een aantal misverstanden over hoe je er het best mee omgaat. En geef toe, niemand vindt het leuk om diarree-ongelukjes in huis op te ruimen of elke dag vuile billen te moeten wassen dus hoe sneller het weer voorbij is, hoe beter!
Wanneer is dit stappenplan nuttig?
Dit protocol is vooral bedoeld voor dieren die last hebben van acute dunne ontlasting zonder daar zelf ziek door te zijn. Aangezien ze niet ziek zijn, hebben ze in eerste instantie geen hulp van een dierenarts nodig en kun je zelf aan de slag gaan.
Een acute vorm van dunne ontlasting is na een paar dagen weer voorbij en duurt korter dan 7 tot 10 dagen. Je hond, kat of paard blijft hierbij in zijn normale doen, op de stoelgang na. Het belangrijkste is in dit geval om ervoor te zorgen dat je dier voldoende vocht opneemt om uitdroging te vermijden (zie verder).
Uiteraard is het belangrijk om je dier goed te blijven observeren. Neem contact op met je dierenarts bij:
- futloos zijn
- koorts ontwikkelen
- uitdrogingsverschijnselen vertonen en/of
- bloed in de stoelgang hebben
Bij deze signalen is er meer aan de hand en een dierenartsbezoek noodzakelijk. Ook als de dunne ontlasting langer dan een paar dagen aanhoudt of geregeld terugkeert, is het verstandig naar de dierenarts te gaan, want dan is er sprake van een chronische situatie.
Wil je meer lezen over de verschillen en oorzaken van acute en chronische dunne ontlasting bij dieren? Lees dit uitgebreide artikel van dierenarts Lieselot!
Wat te doen bij dunne ontlasting?
Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen een vrij onschuldige vorm en een ernstigere vorm van dunne ontlasting. Zolang je dier nog alert en vrolijk is, en eet en drinkt zoals anders, hoef je nog niet meteen de dierenarts te bellen.
Zoals in het begin aangehaald, is het voornaamste om ervoor te zorgen dat je dier niet uitdroogt. Om je dier meer te laten drinken, is het goed om het water een lekker smaakje te geven: denk aan zelfgemaakte bottenbouillon bij honden of sap van tonijn in eigen nat bij katten.
Voor honden en katten is een dagje vasten (24 uur) een goede manier om de darmen tot rust te laten komen. Daarna kun je terug gaan voeren, maar kleinere beetjes en wat frequenter dan anders. Bij honden en katten die op rauw voer staan, is het een goed idee om de eerste paar dagen na het vasten het rauw voer met kokend water te overgieten, even te laten rusten en pas na een temperatuurcheck aan te bieden. Het maakt het voer wat lichter verteerbaar voor de darmen.
Daarnaast moet de onderliggende oorzaak behandeld worden (zie boven).
Als je dier ook sloom is, futloos, braakt of koorts heeft, is de dunne ontlasting ernstiger en kun je er maar beter de dierenarts bij halen. Er kan dan een vloeistofinfuus gegeven worden in combinatie met een correctie van de zuur-base-balans en elektrolytenverhouding. Door middel van een bloedonderzoek kan achterhaald worden wat je dier precies nodig heeft.